blog
Geluidsopnames boekpresentatie ‘Overleven’
Vrijdag 13 september 2019 in de Martinikerk te Groningen.
Niet iedereen kon de boekpresentatie van ‘Overleven’ bijwonen.
Gelukkig heeft de beheerder van de Martinikerk ervoor gezorgd dat er geluidsopnames zijn gemaakt.
Er zitten enkele lege plekken in, doordat de sprekers op de kansel moeten klimmen en er weer van af moeten dalen.
Stoort u zich er niet aan. De opname gaat echt verder!
De Boekpresentatie van OVERLEVEN
Op vrijdag 13 september heb ik het eerste exemplaar van het boek Overleven mogen overhandigen aan vice-admiraal Kramer, de hoogste gezaghebber van de Koninklijke Marine. Uit respect en waardering heb ik de trilogie opgedragen aan de Koninklijke Marine en het Korps Mariniers, waar mijn vader in de Tweede Wereldoorlog deel van uitmaakte.
Het was een hele organisatie om alle betrokkenen op dezelfde dag in Groningen in de Martinikerk bij elkaar te krijgen. Maar vrijdag 13 september lukte het. De admiraal kon, het koperkwintet van de Marinierskapel kon en de burgemeester van Den Helder kon. Niemand wilde op vrijdag de 13de trouwen, dus de Martinikerk was ook beschikbaar.
Vind je het geen ongeluksdag? vroeg iemand mij. Nee, de oorlog brak 80 jaar geleden in september 1939 uit met de Duitse inval in Polen. Dat was nog eens een echte ongeluksdag. Ik vond vrijdag de 13de eigenlijk wel passend.
Het werd een geweldig feest met tussen de 300 en 400 genodigden en belangstellenden. De marine was ruim vertegenwoordigd maar ook leden van de koopvaardij en de landmacht waren aanwezig.
‘De oorlog op zee,’ riep iemand van de koopvaardij door de telefoon. ‘Dat is onze geschiedenis!’
Absoluut, het is ook hun geschiedenis en die van de visserij. Alle drie waren gemobiliseerd of hadden vaarplicht. Alle drie hebben ze grote offers gebracht voor onze bevrijding.
De meeste betrokkenen leven niet meer. Ik vind het van groot belang dat hun verborgen geschiedenis eindelijk wordt verteld.
De overhandiging van het eerste exemplaar aan admiraal Kramer.
De Antillen
ANTILLEN, maandag 13 mei 1940
Gouverneur Wouters heeft op 10 mei alle hulp van andere landen bij voorbaat geweigerd en lijdt een groot prestigeverlies als twee Britse oorlogsschepen Curaçao en Aruba aandoen en 800 Britse mariniers detacheren op de eilanden.
De olietoevoer uit Aruba en Curaçao is voor Groot-Brittannië van vitaal belang. In 1939 voorzien de twee raffinaderijen Frankrijk en Groot-Brittannië in 43% van hun totale olie behoeften en 80% van de kerosine voor de Royal Air Force komt van de eilanden. (In 1942 draait de Amerikaanse invasie in Noord-Afrika voor 100% en de strijd in de Pacific voor 75% op brandstof uit de Antillen.)
Gouverneur Wouters protesteert heftig. Als compromis zullen de buitenlandse troepen onder het gezag van de gouverneur staan. Aruba wordt van 1940 tot 1942 min of meer een Brits protectoraat en van 1942 tot 1945 een Amerikaans protectoraat.
Rotterdam, Duitse inval
Stook werkte zich tussen de dansende mensen door en rukte aan de arm van de Koei. ‘Oorlog! Bommen! We moeten ons melden.’
‘Kom d’r bij, vriend. Allemaal vuurwerk ter ere van jouw trouwdag!’ De Koei trok Stook in een dubbele omhelzing de dansvloer op. Stook worstelde zich los.
De eigenaar van de tent stond te geeuwen naast de bar. Hij keek op zijn horloge en schreeuwde naar de leider van de band: ‘Jongens, ‘t is mooi geweest! Opruimen en wegwezen!’ Geen resultaat.
Stook zag een radio tussen de flessen staan. ‘Kan dat ding aan?’ De barkeeper grijnsde breed en draaide de volumeknop op topsterkte. Het Wilhelmus schetterde tot ieders verbazing door de ronkende muziek van de band heen.
‘Wat krijgen we nou? Moet de vlag uit? Is er iemand jarig?’ De barkeeper gebaarde naar de band. ‘Jongens, hou es effe op met die kolereherrie. We hebbe wat gemist.’ De band doofde uit. Het dansen hield op.
Een strenge stem schetterde plechtig en met grote nadruk door de danszaal: ‘De regering verordonneert elke gemobiliseerde dienstplichtige die niet op zijn basis aanwezig is, zich onmiddellijk te melden in de dichtstbijzijnde kazerne. Herhaal: onmiddellijk melden! Ons vaderland verkeert in grote nood. De vijand is hedenochtend op verschillende plaatsen ons land binnengevallen en heeft onze neutraliteit geschonden. Wij bevinden ons thans in oorlog!’ De stem van de omroeper trilde van verontwaardiging. ‘In Rotterdam zijn watervliegtuigen geland op de Nieuwe Maas. Vliegveld Waalhaven is gebombardeerd. Er zijn hevige gevechten uitgebroken…’
De leden van de band keken elkaar aan. ‘De Nieuwe Maas? Dat is vlakbij!’
‘…Onze dijken worden doorgestoken. Ook dit keer zal de waterlinie de vijand tegenhouden. Weest gerust. Wij houden moedig stand.’
De leider van de band riep: ‘Kom op, jongens, inpakken en wegwezen.’
‘…Onze nationale trots de mariniers zetten hun leven in en vechten om het bezit van de bruggen in Rotterdam…’
De leider van de band bekeek de Koei. ‘Zeg, eh gorilla, zouden jullie effe het vaderland willen gaan verdedigen?’
De Koei liet zijn danseres in de steek, stroopte zijn mouwen op, liet zijn biceps rollen en kwam dreigend op hen af. ‘Praatjes? Knokke?’
Feestelijke binnenkomst van een lichting nieuwe mariniers
De directeur van het Mariniersmuseum nodigde me uit om aanwezig te zijn bij de binnenkomst van een lichting van ca. 70 nieuwe mariniers in de Van Ghentkazerne te Rotterdam.
Om half zes zat ik in de auto want om 9 uur wordt de vlag gehesen en daar wilde ik bij zijn. Haren is ver, de files in het Westen zijn lang en parkeren in Rotterdam is geen eenvoudige zaak.
Links en rechts stroomden de familieleden toe. Iedereen werd bij de slagboom gecontroleerd of hij wel op de lijst stond. Ik mocht door.
Op het exercitieplein was een grote carré afgezet met rood-wit lint. Daar moesten de familieleden en genodigden achter blijven staan. Vier, vijf rijen dik.
Een trom roffelde, een trompet klonk! Iedereen zweeg. Twee mariniers stonden met de opgerolde vlag liggend op hun uitgestrekte handen te wachten. Precies om negen uur kwam er een nieuw trompetsignaal. Er werden commando’s geschreeuwd, waarna de mannen de vlag in de scheepsmast hesen.
De poort die uitsluitend gebruikt wordt voor de feestelijke binnenkomst van een nieuwe lichting mariniers ging open. In de verte hoorden we trommels. De jarenlang training van mariniers is moordend. Veel jongens kunnen de hoge standaard niet halen en zijn al lang geleden afgehaakt. De afgelopen zes weken waren veruit het zwaarst. De laatste test. Nachten niet geslapen en nu nog 21 kilometer marcheren met volledige bepakking. Zelfs degene die het vannacht niet redt, wordt geen marinier! Ook al staat je hele familie op jou te wachten om je te feliciteren.
De trommels kwamen dichterbij. Negen trommelaars hadden hen buiten de stad opgewacht en gingen de mannen voor om de moed er in te houden tijdens de laatste kilometers.
Daar wamen ze! De bocht om, de poort door. De aanwezigen rekten hun halzen uit. Zat hun zoon of geliefde er bij? Had hij het gehaald?
Sommigen konden niet meer, deden hun best, rechtten hun schouders. Een enkeling strompelde in marstempo. Anderen zagen er nog redelijk monter uit. Iedereen juichte en klapte. De mannen stelden zich op in rijen. Op commando mochten ze hun bepakking afleggen. Alle geweren werden keurig naast elkaar gezet.
In het gelid luisterden ze naar de korte toespraak van de commandant. Toen kwam het allerbelangrijkste commando, waar ze allemaal op stonden te wachten: ‘Petten af, baretten op!’
De petten werden van het hoofd gerukt en op het plein gesmeten en de baretten opgezet. Een nieuwe lichting mariniers was geboren! Ze hadden het gehaald! Ze waren marinier!
De commandant gaf het laatste commando: ‘Ze zijn voor u!’
De familie stortte zich door de linten heen het terrein op.
Ik probeerde een rugzak op te tillen. Wat een gewicht! Hadden ze daar vannacht 21 kilometer in marstempo mee lopen?
’Zo’n 35 kilo heb ik me laten vertellen,’ zei Frédériques. ‘Heeft jouw vader ook gedaan en is ook zo binnengehaald!’
Inderdaad! Ik had het me niet gerealiseerd.
Nederland in oorlog
Nederland was in oorlog! Het marinierskamp Saveneta op Aruba schrok midden in de nacht wakker.
Iedereen kwam in actie en zat paraat op zijn plek. De staf overlegde wat er gebeuren moest. De telex ratelde en orders uit Fort Amsterdam op Curaçao rolden het kantoor binnen.
Gouverneur Wouters verordonneerde dat er onmiddellijk beslag gelegd moest worden op alle Duitse schepen in de territoriale wateren van de Nederlandse Antillen.
Op de rede bij Malmok lag de Duitse koopvaarder Antilla voor anker.
Frank van Yzerbergen liep voor overleg naar de kamer van commandant Van der Spek. Hij kreeg opdracht een marinierseenheid te formeren, die het schip zou overmeesteren en bezetten. De Antilla moest opgebracht en doorzocht worden voor verboden goederen en wapentuig. De bemanning zou gevangen genomen worden en in detentie gaan. Gewapend gingen de mariniers onder leiding van commandant Van der Spek in het donker aan boord van een paar loodsboten. Ze voeren uit, omsingelen en praaien de Antilla.
Een slaperige Duitser opende een patrijspoort en een riep: ‘Was ist los?’
Van der Spek brulde: ‘De valreep neerlaten, anders wordt er geweld gebruikt.’
‘Moment.’ De patrijspoort klapte dicht en de lichten op het schip gingen aan.
Van der Spek wachtte geërgerd en ongedurig op een reactie. Frank keek naar de hoge scheepswand. Er hingen geen touwladders overboord.
De Duitse kapitein verscheen in pyjama met een megafoon aan dek, riep dat de mariniers na zevenen maar moesten terugkomen en verdween. De lichten gingen uit.
Wat nu? Niemand had er aan gedacht enterhaken mee te nemen. Iedereen keek naar Van der Spek. Grommend van woede gaf hij bevel: ‘Terugtrekken.’ Ze stoven naar de kust.
De enterhaken werden opgezocht en ingeladen. Net voordat de mariniers opnieuw van wal zouden steken, brak er brand uit op de Antilla. Het schip maakte kort daarop slagzij en kapseisde in het ondiepe water. De Duitse bemanning ging in de sloepen, roeide naar de kust, werd gevangen genomen en geïnterneerd, eerst op Aruba, later op Bonaire.
De Antilla bleef voor een deel boven water uitsteken. De mariniers doopten het ‘Van der Spek-eiland’. Het werd voor hen een geliefd spookschip waar ze doken en snorkelden.
Konvooivaart
Groot-Brittannië moest vóór WO II de helft van alle goederen, die het land nodig had importeren, voornamelijk uit Europa. Na de Duitse verovering en bezetting van Europa kon dat niet meer en kwamen die goederen per schip uit Amerika en Canada.
Hitler besloot met een handelsblokkade Groot-Brittannië uithongeren en op de knieën dwingen. Hij stuurde U-boten de Atlantische Oceaan op om de koopvaardijschepen met torpedo’s te bestoken en tot zinken te brengen.
De vrachtschepen gingen in konvooi varen. Premier Churchill zei daarover: ‘Nooit alle schepen van een konvooi zullen ten onder gaan. Er zal altijd een deel aankomen.’
De Battle of the Atlantic duurde bijna 6 jaar van september 1939 (Duitse inval in Polen) tot mei 1945. Ca. 3500 vrachtschepen, 175 oorlogsschepen gingen ten onder en 750 vliegtuigen. 36.200 bemanningsleden van de koopvaardij verloren het leven en 36.000 marinemensen. 783 U-boten werden vernietigd, waarbij ca. 30.000 Duitse militairen omkwamen.
Prime Minister Winston Churchill: ‘The Battle of the Atlantic was the dominating factor all through the war. Never for one moment could we forget that everything happening elsewhere, on land, at sea, or in the air depended ultimately on its outcome.’
(De Slag om de Atlantische Oceaan domineerde de gehele oorlog. Nooit konden we ook maar één moment vergeten dat alles wat elders gebeurde, te land, ter zee of in de lucht volledig afhankelijk was van deze uitslag.)