Het verhaal van de sledenbrigades De ijskoude, ongenaakbare noordoostkust van Groenland wordt continu bewaakt door de Sirius Dog Sledge Patrol, een speciale elite-eenheid van twaalf Deense mariniers. De mannen zijn getraind om, als ‘s winters de zon niet boven de horizon uitkomt, te kunnen overleven in de arctische wildernis. De bewaking van het immense kustgebied van hemelsbreed zo’n 1.500 kilometer kan alleen worden uitgevoerd met hondensleden. Vliegtuigen en sneeuwscooters zijn onbruikbaar, want olie- en benzineleidingen bevriezen bij temperaturen van 30-60 graden onder nul. IJsbrekers zijn niet in staat door het zware pakijs te breken. Ook in de zomer lukt dat maar ten dele. Zes sledenbrigades van elk twee mariniers leggen maandenlange patrouilles af en trekken zonder een mens te zien met hun hondensleden langs het ruige, bevroren kustgebied en over de Groenlandse ijskap naar het noorden om illegale infiltraties van Russen, Chinezen of wie dan ook uit het Deense territorium te weren. De internationale belangstelling voor Groenland is groot vanwege de bodemschatten en de strategische ligging. De huidige Sirius Patrol is voortgekomen uit de North-East Greenland Sledge Patrol, die in 1941 tijdens de Tweede Wereldoorlog is opgericht om Duitse weerstations op te sporen. Waarom weerstations in deze noordelijke gebieden? Het weer op de Atlantische Oceaan en in noordwest Europa wordt grotendeels gevormd boven de Groenlandse ijskap (80x groter dan Nederland). Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn betrouwbare weersvoorspellingen voor leger, marine en luchtmacht van levensbelang. Na de verovering van Denemarken gaan de vier Deense weerstations op de oostkust uitzenden in de Britse marine code. De nazi’s kunnen tot hun ergernis geen gebruik meer maken van deze betrouwbare weervoorspellingen. De hele oorlog is de Kriegsmarine driftig in de weer om in de zomer met ijsbrekers zo noordelijk mogelijk ongezien Groenland te bereiken. Ergens op een onopvallende plek proberen de nazi’s clandestien een kleine hut te bouwen, bemand door meteorologen, die tot de volgende zomer weerberichten in de Duitse marine code moeten uitzenden. Halverwege de 3.000 km lange oostkust ligt de enige handelspost Scorebysund, waar tijdens de oorlog nog geen tweehonderd mensen wonen. Alleen in de zomer kunnen ijsbrekers Scoresbysund bevoorraden. Nog noordelijker in de wereld van de permafrost wonen zo’n vijftien Deense en Noorse pelsdierjagers in volslagen eenzaamheid, elk op hun eigen jachtgebied van zo’n 90 vierkante kilometer in hun zelfgebouwde hut. In de zomer gaat de zon niet onder, ontdooit hier en daar aan de kust een smalle strook grond, waar bloemen kort en uitbundig bloeien. In de poolwinter komt de zon vier maanden lang niet boven de horizon uit. Dan breekt het jachtseizoen aan, want in de winter zijn de pelzen het mooist. Met zijn hondenslee trekt de jager over het pakijs langs eilanden, bergen, fjorden en over gletsjers. Hij zet vossenvallen en schiet op groot wild. De temperatuur daalt tot 60 graden onder nul en het stormt vaak heftig. In de winter als er geen zonlicht is, draait de pelsjager dag en nacht om en jaagt bij maanlicht. De vijftien pelsdierjagers in noordoost Groenland zijn geheel op zichzelf aangewezen. Ernstig ziek worden betekent meestal de dood. Eens per jaar in de zomer zakken de jagers af naar Scoresbysund om hun pelzen te verhandelen, post op te halen en voorraden in te slaan. De Tweede Wereldoorlog breekt in volle hevigheid uit. De Deense gouverneur Eske Brun is zeer bezorgd over de Groenlandse noordoostkust, want hij verwacht daar Duitse infiltraties. Met vooruitziende blik roept hij alvast zo’n tien pelsjagers en enkele inuit onder de wapenen. Geheel tegen hun zin in trekken de mannen naar Scoresbysund voor instructies. Ze willen niet bij de oorlog betrokken raken, maar als ze horen dat ze betaald worden en gewoon door mogen jagen, verandert hun houding. Ze krijgen de nieuwste wapens en de beste radiozendapparatuur mee, net als de Sirius Patrol nu. Hun opdracht is om in de winter tijdens hun maandenlange hondensledentochten langs wildvallen, eventuele ongeregeldheden onmiddellijk via de radio te melden, zodat de geallieerden actie kunnen ondernemen. Hun patrouillegebied reikt van Scoresbysund tot Île de France, hemelsbreed zo’n 1500 kilometer. Hun hoofdkwartier wordt Eskimones, een Deense wetenschappelijke waarnemingspost. De hut wordt voor enkele jaren bevoorraad, vergroot en aangepast, zodat ze met z’n allen erin kunnen verblijven: kooien boven elkaar en een grote potkachel in het midden. In de ruige arctische wildernis gaat een enerverende mini-oorlog van start. Duitse weerhutten worden gebouwd en vernietigd. Er vallen doden en gewonden en Eskimones wordt door de nazi’s platgebrand… We were hunters, we were not soldiers We wanted (to be) alone as a snowflake under the wonderful sky of the Creator Independent, free Until the war came and found us and we were soldiers after all. Wilt u meer weten hoe het daar toegaat? Wilt u op een prettige manier al huiverend bij de kachel de winter doorkomen? Lees dan Overleven, de lotgevallen van zeven Nederlandse mariniers in WOII. |
blog
4 Mei Herdenking 2023
THE BATTLE OF THE ATLANTIC is de langdurigste en de hardste campagne van de Tweede Wereldoorlog en duurt van 3 september 1939 tot 8 mei 1945. Het draait om de levenslijn naar Groot-Brittannië en om het vervoer van troepen en materieel voor de bevrijding van Europa. De nazi’s willen meer schepen torpederen dan de geallieerden kunnen bouwen. De prijs is Groot-Brittannië.
Wie deze slag verliest, verliest de oorlog. Prime Minister Winston Churchill is zich daar zeer van bewust: The Battle of the Atlantic was the dominating factor all through the war. Never for one moment could we forget that everything happening elsewhere, on land, at sea or in the air, depended ultimately on its outcome.
Nazi-Duitsland zet U-boten en vrijwel onoverwinnelijke slagschepen in.
De Atlantic is de vreselijkste plek op aarde voor zelfs de meest doorgewinterde en ervaren zeeman. Velen vinden er de dood. De psychische problemen onder de overlevenden zijn groot. De torpedo, de granaat, de bom en de koude diepte; de horror van evacuatie van een zinkend schip midden op de ruige oceaan is onbeschrijfelijk. Sommigen verblijven weken in een open boot of raft in de hoop op redding of hangen dagen aan een gekapseisde reddingsboot tot hun handen van kou moeten loslaten en ze alsnog in de ijskoude oceaan verdwijnen. Tienduizenden zeelui komen om, waaronder duizenden Nederlanders.
In voorjaar van 1943 wordt het dieptepunt van de Slag om de Atlantische Oceaan bereikt. Inwoners van Groot-Brittannië sterven van de honger. Sommige Britten willen dat Churchill de oorlog beëindigt en overgave-onderhandelingen met Hitler begint.
Maar in het voorjaar van 1943 vindt ook de omslag in de strijd plaats. De Britse Geheime Dienst ziet kans de Enigma-code te breken, waardoor de geallieerden weten waar de U-boten zich bevinden. Op grote koopvaardijschepen, waaronder 34 Nederlandse schepen, wordt een vliegdek gebouwd voor zo’n 5-10 hurrycats. Deze vliegtuigen beschermen het konvooi tijdens de overtocht.
Kapitein Johnnie Walker levert een grote bijdrage aan de bestrijding van U-boten door op zee een heel eigen aanvalstactiek te ontwikkelen.
De geallieerden komen in het voordeel. Midden 1944 gaat gemiddeld 1 U-boot ten onder tegen 1 schip. Maar de dreiging blijft. Tot het eind van de oorlog gaan de gevechten op zee door.
Laten wij niet vergeten op 4 mei de zeelieden van koopvaardij, visserij en marine te herdenken. Zij hebben een grote bijdrage geleverd aan onze vrijheid.
Op de kade van Liverpool, de grote konvooihaven, is deze herdenkingsplaat bevestigd. Daarachter ziet u het bronzen beeld van Johnnie Walker
De Nederlandse Koopvaardijvloot in WOII
De grootste Nederlandse bijdrage aan de geallieerde strijd tijdens de Tweede Wereldoorlog is zonder meer door de koopvaardij geleverd! Erkenning voor hun grote inzet die velen met de dood moesten bekopen, hebben de koopvaardijveteranen nauwelijks gekregen. Zelfs Nederlandse historici hebben in de afgelopen 80 jaar er weinig aandacht aan besteed. Maar de Stichting Koopvaardijpersoneel 1940-1945, rond 2018 opgericht, is met een onderzoek begonnen om helderheid te verschaffen aan nabestaanden, die steeds vaker vragen stellen over het lot van hun vaders en grootvaders. De kernvraag: Hoe komt het dat juist Nederlandse niet-militairen zo’n grote bijdrage hebben geleverd aan onze bevrijding? De Nederlandse regering is na de Duitse inval op 10 mei 1940 naar Londen gevlucht. Generaal Winkelman blijft achter als vertegenwoordiger van het Nederlandse gezag. Hij geeft kort voordat hij op 15 mei 1940 de overgave tekent, bevel aan alle Nederlandse schepen van marine, koopvaardij en visserij over te steken naar Groot-Brittannië en zich daar te melden. De Nederlandse koopvaardijvloot is één van de grootsten ter wereld met ruim 1100 zeewaardige schepen. Een kleine 1000 koopvaarders ziet kans om Groot-Brittannië te bereiken. De Nederlandse regering in ballingschap richt de Netherland Shipping and Trading Committee (de Shipping) op. De Shipping bepaalt in overleg met de Britten waar de Nederlandse schepen gedwongen ingezet zullen worden. Gelijktijdig wordt de vaarplicht ingesteld: iedere zeeman jonger dan 60 jaar moet verplicht varen zolang de oorlog duurt. Alle koopvaardijschepen krijgen kanonnen en luchtafweergeschut met kanonniers aan boord. Op 35 grote Nederlandse koopvaarders bouwen de geallieerden een vliegdek (MAC-schepen). Ze krijgen naast hun normale cargo een aantal vliegtuigen aan boord om het konvooi waarin ze varen te beschermen tijdens de overtocht. De Nederlandse passagiersschepen worden omgebouwd tot bewapende troepentransportschepen. Van de Nederlandse koopvaardijschepen gaan ruim 400 ten onder. Van de 24.000 Nederlandse en buitenlandse opvarenden vinden 5.200 de dood. Veel huidige zeevarenden kennen de ongelooflijke verhalen van oud-collega’s, die zes jaar lang onder erbarmelijke omstandigheden over de Atlantische Oceaan heen en weer moeten varen om Groot-Brittannië te bevoorraden niet alleen met voedsel, maar ook met miljoenen soldaten en gigantische hoeveelheden wapens voor de strijd in Noord-Afrika en in Europa. Deze overlevenden hebben benzinetankers de lucht in zien vliegen en getorpedeerde koopvaarders zien breken en hun collega’s om hulp horen schreeuwen, terwijl ze niets konden doen, want het konvooi voer verder. Zij kennen de voortdurende angst om getroffen te worden door een torpedo. De strijd van de Royal Navy tegen Duitse U-boten barst in volle hevigheid los. Hoog tijd voor erkenning van de koopvaardij in oorlogstijd! De sterrenstatus van Duitse onderzeeboot commandanten Voorjaar 1941: Hitler stapt af van zijn plan om Groot-Brittannië te veroveren. Hij besluit de Britten uit te hongeren en de aanvoer van grondstoffen en wapentuig te belemmeren door hun koopvaardijschepen te torpederen. Zijn Unterseeboten krijgen de hoofdrol in dit nieuwe plan en succesvolle commandanten verwerven een sterrenstatus in het Derde Rijk. De briljante Duitse U-boot commandant Otto Kretschmer, die als een van de weinigen de Battle of the Atlantic overleeft en na Canadese krijgsgevangenschap tijdens de Koude Oorlog vanwege zijn fabuleuze kunde en inzet een grote internationale carrière maakt. Lees zijn verhaal: de korte versie in Geschiedenis Magazine, de uitgebreide in mijn trilogie Overleven. |
Recensie Magazine BLAD
De trilogie is op 18 augustus 2022 in Haren voltooid. Zoals de auteur schrijft: twaalf jaar reizen, lezen, onderzoeken en schrijven; het Opus Magnum is klaar. Een historische roman. De lotgevallen van zeven Nederlandse mariniers in WO II tussen 1939- 1945 zijn zowel qua inhoud als schrijverskunde onnavolgbaar vastgelegd. Indrukwekkend zijn de verhalen, die de auteur rechtstreeks je hart in stuurt. Ik mocht eerder de eerste twee delen in Blad al aankondigen. Mijn diepe respect gaat uit naar Ynskje Penning (historicus, beeldhouwer, schrijver). Ze schrijft korte zinnen, gebruikt klare taal en weet de lezer voortdurend in nieuwe gebeurtenissen mee te nemen. Deels onbekende Nederlandse geschiedenis komt tot leven. Met als aanzet de ‘grappige en schokkende’ verhalen van haar vader.
Het boek is dicht op de huid geschreven. Je vereenzelvigt je iedere bladzijde met de dappere militairen. De opeenvolgende gebeurtenissen zijn filmisch beschreven. Ook hier een trits: wereldgeschiedenis, korpsgeschiedenis, familiegeschiedenis. En dat in vier facetten van het marinier-zijn: kracht, liefde, feilen, verdriet. Hoe kan ik in een paar honderd woorden überhaupt recht doen aan dit megaproject, uitlopend op drie prachtige boeken, geschreven rond en vanuit haar vader/marinier majoor Frans van Staalduinen (1907-1982).
Het lijkt af te schrikken: 750 pagina’s, maar het tegendeel is waar. Begin te lezen en je bent gegrepen door deze literaire ode aan de Koninklijke Marine en het Korps Mariniers. Wellicht is mijn leesdrang van deel III mede ingegeven door de actuele gebeurtenissen in Oekraïne. Kiev staat ook al op de aanvalskaart van de Russen van destijds. ‘Nooit meer oorlog’ blijkt onhaalbaar. Wat leren we van de WO II-drama’s in huidig perspectief? Wat speelde na WO II: angst voor de Russen, opstand Hongarije, optrekken naar de Noordzee, Koude Oorlog, WO III? Ynskje Penning houdt ons spiegels voor: hoe is het mogelijk dat mensen elkaar steeds opnieuw in de grootste ellende storten? Is het verleden kennen, het heden begrijpen? Het boek bevat een surplus aan kaarten, foto’s en op blauwe bladzijden afgedrukte ondersteunende, feitelijke informatie. Dat blauwe deel is een geschiedenisboek op zich, dat chronologisch de oorlogsgebieden en betrokkenen beschrijft. De hoofdstukken kunnen goed apart gelezen worden. Ze betreffen oorlogshistorie in verschillende delen van de wereld. New York, Italië, IJsland, Normandië D-Day, Groenland, Hitler-Duitsland, Londen, Nederland; en ook de missie in 1953 naar Nieuw-Guinea (wat wist ik daar weinig van!)
Geroerd was ik door de Epiloog, waarin de auteur de periode na de oorlog van haar vader beschrijft, en die ze voor het grootste deel heeft meegemaakt. Hoe is het zijn familie in de oorlog vergaan? Dapperheid en smart wisselen elkaar af. Uiteindelijk blijft hij als enige van de zeven mariniers over. Zijn lijfspreuk: De wereld zit heel anders in elkaar dan jij denkt! Hij sterft in 1982 en gaat de weg door de eeuwigheid naar de andere mariniers. Ynskje Penning schrijft: ik verlies een vader, die mij liefde en onvoorwaardelijke kameraadschap schonk. En ons via Ynskje indirect ook deze trilogie.
Wat wens ik dit opus magnum toe: natuurlijk veel lezers, waardering van historici, wellicht een vertaling (eventueel in gecomprimeerde vorm) in het Engels, en een nominatie voor een prestigieuze Nederlandse literatuurprijs. Net als de gelauwerde Anjet Daanje (o.a. De herinnerde soldaat, 2019 en Het lied van ooievaar en dromedaris, 2022) bewijst ook Ynskje Penning op eredivisie-niveau te kunnen presteren. We mogen blij zijn met deze Groninger schrijfsters vanwege hun bewezen veelzijdigheid in de kunsten.
Alfred van Hall
Deel 3 van Overleven is persklaar!
Mijn vader vertelde regelmatig over de oorlog, vooral op mijn verzoek of naar aanleiding van de bezoeken van Stook. Anekdotes, interessante geschiedenissen. Ik leerde als kind Curacao, Aruba, New York en Londen kennen door zijn ogen. De straten, de namen. De bijzondere pleinen zoals Trafalgar Square. Ook vertelde hij over Groenland en over de nomaden bij wie hij een periode doorbracht. Om de verhalen geschikt te maken voor zijn dochter, haalde hij de verschrikkingen eruit of gaf ze een vriendelijke wending. Ademloos luisterde ik naar de verhalen van overleven op zee. Maar ook naar de bijzondere wereld van sneeuw en ijs, hoe mensen daar konden overleven en hoe ze met de natuur omgingen. De natuur die ze beschouwden als een vriend, die ze met zorg behandelden en waarvan ze niet meer namen dan nodig was.
Mijn vader bracht mij naar de Eifel, naar Hürtgen Forest, waar een ongelooflijke strijd geleverd werd die de geallieerden door onkunde en mismanagement volledig verloren hebben en aan tienduizenden jonge soldaten het leven heeft gekost. Een slag die vakkundig is weggemoffeld in het Ardennenofensief, maar daar niets mee te maken heeft.
Hij opende mijn ogen voor veel zaken onder het motto: de wereld zit heel anders in elkaar dan jij denkt. In zijn ogen zag ik de verre blik, die ik zo typerend voor hem vond en waarvan ik pas later hoorde dat de geallieerden dat fenomeen ‘Old Men’s Eyes’ noemden.
In deze boeken volg ik zo goed mogelijk het spoor van zeven mariniers. Mannen die alles, hun leven en geestelijke gezondheid, inzetten voor de vrijheid, voor onze vrijheid. We kunnen hen nooit genoeg bedanken.
Met dit derde en laatste boek is Overleven compleet. Ik had nooit verwacht dat 12 jaar van reizen, lezen, onderzoeken en schrijven en keihard werken, vaak 7 dagen in de week, ermee gepaard zouden gaan. Ik heb het met grote inzet en veel liefde gedaan.
Mijn Opus Magnum is voltooid.
Goede Feestdagen
Portret opdracht
Op zaterdag 18 september onthulde burgemeester Bolding het borstbeeld van zijn voorganger Enno Wierda, de weldoener van Winsum, die 100 jaar geleden overleed. Ik kreeg de opdracht voor het maken van het borstbeeld. Er was slechts 1 bruikbare foto van hem beschikbaar. Later vond de historische vereniging nog een profieltekening uit 1909. Geen eenvoudige klus dus, maar wel een zeer interessante!
‘Torpedo Bakboord…’ De vergeten duikbootoorlog van de nazi’s
De aanvallen van U-boten op geallieerde konvooien was angstaanjagend en wreed. Voor het GESCHIEDENIS MAGAZINE schreef ik onderstaand artikel.
Binnenkort verschijnt er een stuk over het benauwende leven in en de rauwe ondergang van drie U-boten onder beroemde commandanten.
https://geschiedenismagazine.nl/abonnementen
Los nummer Geschiedenis Magazine