De directeur van het Mariniersmuseum nodigde me uit om aanwezig te zijn bij de binnenkomst van een lichting van ca. 70 nieuwe mariniers in de Van Ghentkazerne te Rotterdam.
Om half zes zat ik in de auto want om 9 uur wordt de vlag gehesen en daar wilde ik bij zijn. Haren is ver, de files in het Westen zijn lang en parkeren in Rotterdam is geen eenvoudige zaak.
Links en rechts stroomden de familieleden toe. Iedereen werd bij de slagboom gecontroleerd of hij wel op de lijst stond. Ik mocht door.
Op het exercitieplein was een grote carré afgezet met rood-wit lint. Daar moesten de familieleden en genodigden achter blijven staan. Vier, vijf rijen dik.
Een trom roffelde, een trompet klonk! Iedereen zweeg. Twee mariniers stonden met de opgerolde vlag liggend op hun uitgestrekte handen te wachten. Precies om negen uur kwam er een nieuw trompetsignaal. Er werden commando’s geschreeuwd, waarna de mannen de vlag in de scheepsmast hesen.
De poort die uitsluitend gebruikt wordt voor de feestelijke binnenkomst van een nieuwe lichting mariniers ging open. In de verte hoorden we trommels. De jarenlang training van mariniers is moordend. Veel jongens kunnen de hoge standaard niet halen en zijn al lang geleden afgehaakt. De afgelopen zes weken waren veruit het zwaarst. De laatste test. Nachten niet geslapen en nu nog 21 kilometer marcheren met volledige bepakking. Zelfs degene die het vannacht niet redt, wordt geen marinier! Ook al staat je hele familie op jou te wachten om je te feliciteren.
De trommels kwamen dichterbij. Negen trommelaars hadden hen buiten de stad opgewacht en gingen de mannen voor om de moed er in te houden tijdens de laatste kilometers.
Daar wamen ze! De bocht om, de poort door. De aanwezigen rekten hun halzen uit. Zat hun zoon of geliefde er bij? Had hij het gehaald?
Sommigen konden niet meer, deden hun best, rechtten hun schouders. Een enkeling strompelde in marstempo. Anderen zagen er nog redelijk monter uit. Iedereen juichte en klapte. De mannen stelden zich op in rijen. Op commando mochten ze hun bepakking afleggen. Alle geweren werden keurig naast elkaar gezet.
In het gelid luisterden ze naar de korte toespraak van de commandant. Toen kwam het allerbelangrijkste commando, waar ze allemaal op stonden te wachten: ‘Petten af, baretten op!’
De petten werden van het hoofd gerukt en op het plein gesmeten en de baretten opgezet. Een nieuwe lichting mariniers was geboren! Ze hadden het gehaald! Ze waren marinier!
De commandant gaf het laatste commando: ‘Ze zijn voor u!’
De familie stortte zich door de linten heen het terrein op.
Ik probeerde een rugzak op te tillen. Wat een gewicht! Hadden ze daar vannacht 21 kilometer in marstempo mee lopen?
’Zo’n 35 kilo heb ik me laten vertellen,’ zei Frédériques. ‘Heeft jouw vader ook gedaan en is ook zo binnengehaald!’
Inderdaad! Ik had het me niet gerealiseerd.