Op vrijdag 13 september heb ik het eerste exemplaar van het boek Overleven mogen overhandigen aan vice-admiraal Kramer, de hoogste gezaghebber van de Koninklijke Marine. Uit respect en waardering heb ik de trilogie opgedragen aan de Koninklijke Marine en het Korps Mariniers, waar mijn vader in de Tweede Wereldoorlog deel van uitmaakte.
Het was een hele organisatie om alle betrokkenen op dezelfde dag in Groningen in de Martinikerk bij elkaar te krijgen. Maar vrijdag 13 september lukte het. De admiraal kon, het koperkwintet van de Marinierskapel kon en de burgemeester van Den Helder kon. Niemand wilde op vrijdag de 13de trouwen, dus de Martinikerk was ook beschikbaar.
Vind je het geen ongeluksdag? vroeg iemand mij. Nee, de oorlog brak 80 jaar geleden in september 1939 uit met de Duitse inval in Polen. Dat was nog eens een echte ongeluksdag. Ik vond vrijdag de 13de eigenlijk wel passend.
Het werd een geweldig feest met tussen de 300 en 400 genodigden en belangstellenden. De marine was ruim vertegenwoordigd maar ook leden van de koopvaardij en de landmacht waren aanwezig.
‘De oorlog op zee,’ riep iemand van de koopvaardij door de telefoon. ‘Dat is onze geschiedenis!’
Absoluut, het is ook hun geschiedenis en die van de visserij. Alle drie waren gemobiliseerd of hadden vaarplicht. Alle drie hebben ze grote offers gebracht voor onze bevrijding.
De meeste betrokkenen leven niet meer. Ik vind het van groot belang dat hun verborgen geschiedenis eindelijk wordt verteld.
De overhandiging van het eerste exemplaar aan admiraal Kramer.